bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schil en rasp de wortelen. Klop de eieren los samen met de olie. Voeg de lichtbruine suiker, de zelfrijzende bloem, het natriumbicarbonaat, het zout, het kaneelpoeder en de geraspte gember toe. Meng goed.

2. 2

   Roer de geraspte wortelen door het beslag. Hak de walnoten grof en voeg ze toe. Meng nog even goed door. Giet het beslag in de beboterde en bebloemde bakvorm (hoge springvorm van 20 cm diameter). Bak de taart ongeveer 1 uur in de oven.

3. 3

   Maak intussen de frosting. Meng de roomkaas met de poedersuiker. Hak ook deze walnoten en de stukjes gekonfijte sinaasappel grof.

4. 4

   Haal de taart uit de oven, ontvorm ‘m en laat helemaal afkoelen. Bestrijk de taart met de frosting en bestrooi ‘m met de fijngehakte walnoten en stukjes gekonfijte sinaasappel. Strooi er door een fijne zeef nog wat kaneelpoeder over.