bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 150°C. Schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water. Pureer ze en breng de puree op smaak met wat boter, de melk, nootmuskaat, peper en zout.

2. 2

   Maak de saus. Pel de sjalot en snipper ’m fijn. Blancheer de tomaten kort, spoel ze onder koud water, pel ze en snij ze zonder de pitjes in blokjes. Fruit de sjalot aan in een pan met boter. Blus met de witte wijn en de visbouillon en laat de saus tot de helft inkoken op een zacht vuur. Zeef de bouillon. Voeg er de room bij en bind de saus met de blonde roux. Breng op smaak met een mespunt cayennepeper, peper en zout.

3. 3

   Voeg de helft van de peterselie en de helft van de tomatenblokjes toe en meng door elkaar. Werk de saus af met de gepelde garnalen.

4. 4

   Dep de zeetongen droog met keukenpapier en bak ze in een grote pan in ruim boter aan beide kanten goudbruin en gaar. Kruid ze met peper en zout. Zet de vis nog 5 minuten in de oven om verder te garen.

5. 5

   Leg de zeetongen op de borden en serveer ze met roosjes puree, de saus en de waterkers. Strooi de rest van de tomaatjes en de peterselie nog over de tong en saus.