bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 180°C. Schil de aardappelen, snij ze in blokjes en kook ze gaar in lichtgezouten water. Giet de aardappelen af en pureer ze met een klontje boter en de melk. Kruid met nootmuskaat, peper en zout.

2. 2

   Verwijder de buitenste bladeren van de prei. Snij elke prei in 3 gelijke stukken van ongeveer 8 centimeter lengte. Blancheer ze 5 minuten in lichtgezouten water. Laat uitlekken.

3. 3

   Pel de sjalot, snipper fijn en fruit aan in boter. Voeg het gehakt toe en bak het rul. Kruid met ruim wat peper en een beetje zout. Verdeel de puree op de bodem van een ovenschaal, zet er de preistammetjes rechtop in en verdeel er het gehakt rond.

4. 4

   Maak de kaassaus. Smelt de boter en roer er de bloem door. Voeg geleidelijk de melk toe en roer tot een gladde bechamel. Breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout. Zet het vuur uit en roer er van het vuur 2/3 van de kaas door.

5. 5

   Verdeel de kaassaus over het gehakt, laat de preistammetjes vrij. Strooi er nog de rest van de geraspte kaas over en zet gedurende 25 à 30 minuten in de voorverwarmde oven.