bereiding

1. 1

   Maak het deeg. Snij de boter in blokjes. Meng de bloem in de keukenrobot of met de hand met de boter, het ei, 3 eetlepels ijskoud water, het zout en de suiker. Doe dit niet te lang, anders wordt het deeg taai. Kneed het deeg tot een bol, wikkel hem in vershoudfolie en laat hem minstens 1 uur (tot 1 nacht) opstijven in de koelkast.

2. 2

   Maak intussen de vulling. Pel de ui en de knoflook en snij ze in stukken. Doe de kalkoenbout, de ui, de knoflook, het laurierblaadje, de tijm, het gedroogde eekhoorntjesbrood en het bouillonblokje samen met 1 liter water in een kookpot en breng het aan de kook. Laat op een zacht vuur 30 minuten koken.

3. 3

   Giet af en bewaar de bouillon. Haal het vlees van de bout en snij het in kleine stukjes.

4. 4

   Verwarm de oven voor op 185°C. Verwijder het uiterste groene deel en de wortel van de prei en snij de stengels overlangs door. Spoel ze goed en snij ze in fijne halve ringen. Stoof de prei helemaal zacht in een klontje boter. Kruid met peper en zout.

5. 5

   Smelt 50 gram boter met 50 gram bloem en roerbak 1 minuut. Blus geleidelijk aan met 350 milliliter van de kalkoenbouillon. Voeg de gestoofde prei en de stukjes kalkoen toe aan de saus. Kruid met peper en zout.

6. 6

   Rol het deeg uit tot 5 mm dikte. Vet 6 ovenschaaltjes of bakvormpjes van 10 cm diameter in met boter en bestrooi ze met bloem. Bekleed de bakvormpjes met het deeg. Vul ze tot net onder de rand met de kalkoen-preivulling.

7. 7

   Klop de eidooier los. Snij 6 rondjes met dezelfde diameter als de bakvormpjes uit het deeg en leg ze op de vulling. Duw de rondjes goed aan. Wrijf ze in met de eidooier en bak de pasteitjes 35 à 40 minuten in de oven. Serveer meteen. Lekker met nog een partje citroen.