Tagliatasalade
bereiding
-
1
Bereid het vlees voor. Meng het zout, de peper en de suiker onder een scheutje olijfolie. Wrijf er de filet pur mee in. Laat het vlees even rusten.
-
2
Bereid de salade. Spoel en droog de waterkers. Pel de rode ui en snij hem in ringen. Pers het sap uit de limoen. Marineer de uiringen in het limoensap. Maak de paksoi schoon en snij ze in repen. Blancheer de edamame 4 minuten in kokend water. Haal de helft van de edamameboontjes al uit de peul en strooi er grof zeezout over. Haal de pitjes uit de granaatappel.
-
3
Maak de dressing. Pers het sap uit de sinaasappel en uit de limoen. Maak de chilipeper schoon en snipper hem fijn. Schil en rasp de gember. Meng de sojasaus met het sinaasappelsap, het limoensap, de rijstazijn, de honing, de chilipeper en de gember.
-
4
Verhit wat arachideolie in de wok. Bak het vlees op een hoog vuur kort aan beide kanten goudbruin. Haal het uit de pan en laat het even rusten onder aluminiumfolie. Snij het daarna in plakjes.
-
5
Bak ondertussen heel kort de paksoi in dezelfde pan, strooi er de gehakte kruiden over en lepel er tijdens het bakken al wat van de dressing over.
-
6
Verdeel de waterkers over borden en leg er de gewokte paksoi op. Leg hierop de plakjes vlees en de gemarineerde rode ui. Werk de salade af met de sesamzaadjes, de edamameboontjes en de granaatappelpitjes. Serveer er de rest van de dressing bij.