bereiding

1. 1

   Pers overtollig vocht uit de tofoe: leg enkele vellen keukenpapier op een bord, plaats hier het blok tofoe op en leg er een snijplank bovenop. Leg iets zwaars op de snijplank (een zware pan, een zak bloem, enkele kookboeken…) en laat 10 minuten staan. (Gebruik bij voorkeur niets breekbaars, want de toren is door de zachtheid van de tofoe niet zo stabiel.) Maak intussen de marinade. Pers de knoflook en meng met de andere ingrediënten.

2. 2

   Snij de uitgeperste tofoe in 12 blokjes. Haal elk blokje door de marinade zodat het volledig bedekt wordt en leg ze op een bord. Zet minstens 10 minuten opzij.

3. 3

   Bereid intussen de groenten voor. Pel de ui en snij hem in halve ringen. Pel en pers de knoflook. Schil de wortelen en snij ze in plakjes. Scheur de oesterzwammen in stukken. Snij de paprika’s in dunne repen. Spoel de paksoi grondig en snij hem in dikke repen.

4. 4

   Maak de saus. Pers het sap uit de citroen. Klop alle ingrediënten goed los in het kommetje met de rest van de marinade.

5. 5

   Bak de tofoeblokjes, aan elke zijde, in een pan met rijstolie tot ze een mooi korstje hebben. Verwarm intussen ook rijstolie in een wok. Bak de ui en wortel op een middelhoog vuur. Roer regel-matig om en voeg na enkele minuten de oesterzwammen toe, samen met de knoflook. Laat opnieuw even bakken voor je de paprika erbij stort. Eindig met de paksoi. Schenk het sausje bij de groenten en roer om.

6. 6

   Schep de groenten op een bord en verdeel de tofoe erover. Werk af met lente-ui, koriander en pinda’s en serveer met rijst.