bereiding

1. 1

   Smelt de boter. Splits de eieren. Doe de zelfrijzende bloem en de suiker in een kom en meng met een garde.

2. 2

   Maak een kuiltje in het midden van het bloem-suikermengsel en giet daarin de gesmolten boter, de melk en de eidooiers. Begin in het midden te kloppen met een garde en werk zo langzaamaan naar buiten toe tot je een egaal deeg hebt. Gaat het te moeizaam met een garde, gebruik dan een houten lepel of spatel.

3. 3

   Klop het eiwit apart op tot stijve pieken. Schep het in 3 keer onder het wafelbeslag en spatel het er voorzichtig onder om zoveel mogelijk luchtigheid te behouden.

4. 4

   Verwarm je wafelijzer voor en bak de wafels zo’n 3 à 4 minuten tot ze licht goudbruin zijn. Laat de wafels afkoelen op een rooster. Ze worden meteen na het bakken langs de buitenkant wat harder, maar na het afkoelen zijn ze weer zacht.