Wijnweetjes voor kenners én dummies
Schenk ons nog maar een glaasje in
Libelle Lekker hoofdredacteur Karolien trok naar Bordeaux om wijn te proeven, en kwam met heel wat weetjes terug.
Over wijn proeven
Het beste moment om wijn te proeven is… 's ochtends, voor de lunch. Dit is de juiste volgorde van het ritueel. Eerst bewonder je de tint van de wijn. Een kleine tip: boven een wit tafellaken zie je de kleur het best. Dan steek je je neus in het glas, voor 'le premier nez'. Vervolgens laat je de wijn ronddraaien in je glas, ruik je een tweede keer… en tot slot proef je.
Bij wijnproeven komen dus drie zintuigen centraal te staan.
- Zien: je bekijkt de kleur en doorzichtigheid van de wijn. De doorzichtigheid zegt iets over de zuiverheid van de wijn – al wil het niet altijd zeggen dat een wijn met onzuiverheden erin slecht is van kwaliteit. De kleur kan je wat vertellen over de ouderdom van de wijn: bij rode wijn geldt: hoe donkerder, hoe jonger, bij witte wijn geldt het omgekeerde: hoe geler, hoe ouder.
- Ruiken: eerst wordt er aan het net ingeschonken glas geroken, zonder het echt te bewegen. Vervolgens wordt de wijn gewalst: er wordt rondgedraaid met het glas om zuurstof in de wijn te brengen, en er wordt voor de tweede keer geroken. De geur van de wijn vertelt je wat over de druiven die gebruikt werden, de gisting en de veroudering van de wijn.
- Proeven: the proof of the pudding is in the eating, zeggen de Engelsen, en ze hebben gelijk. Je weet pas of je iets echt lekker vindt wanneer je ervan proeft. Wijn proef je op een heel specifieke manier: je slurpt een beetje wijn naar binnen tussen je tanden en laat de wijn over je hele tong rollen. Je neemt bepaalde smaken namelijk in bepaalde zones op je tong waar.
Lekker? Schenk dan het glas maar vol!
Over wijn bestaan trouwens heel wat mythes – wij hebben er alvast 3 voor jou ontrafeld.
Over wijnkastelen
Elk gebouw waar wijn gemaakt wordt, noemt men een chateau. Zelfs al is het in feite een bescheiden boerderij. Omgekeerd mag je kasteel nog zo groot zijn, als je er geen wijn maakt, is het geen chateau. Chateaus waren vroeger in handen van koopmannen, edellieden en herenboeren. Vandaag zijn ze vooral in handen van grote investeerders en ondernemers, maar gelukkig ook nog enkele families.
Over terroir
Wijnstokken kunnen tot tweehonderd jaar oud zijn. De oudste hebben wortels tot tien centimeter dik. Het zijn die wortels die de smaak geven aan de druiven en aan de wijn. In de Bordeauxstreek zitten bijvoorbeeld veel stenen in de grond, lang geleden afgezet door de rivier. Die stenen zorgen ervoor dat de wortels dieper moeten graven naar water, dus harder moeten werken. Daarom geven ze minder fruit, maar creëren ze wel méér smaak in minder druiven. Die kenmerken van de grond vormen het fameuze 'terroir'.
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest, YouTube en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!