bereiding

1. 1

   Los een half zakje gedroogde gist en een mespunt suiker op in ½ dl lauw water. Laat 10 minuten staan en roer tot een glad papje. Giet 125 g bloem in een grote kom en doe de gistoplossing erbij. Voeg er zout, 2 eetlepels olijfolie en wat tijm of rozemarijn bij. Kneed tot een elastisch deeg.

2. 2

   Voeg nog wat olie toe als het deeg te droog is, of wat extra bloem als het te kleverig is. Vorm een bal, leg die in de kom en dek af met een handdoek. Laat het deeg op een warme, tochtvrije plaats 45 minuten rijzen.

3. 3

   Bestuif het werkblad met bloem. Rol het deeg uit met een deegrol en maak er 5 kleine pizza’s van. Snij 1 groene paprika in blokjes, snipper een klein rood pepertje (zonder de zaadjes) fijn.
   Laat een klein blikje maïs uitlekken. Meng een klein blikje geconcentreerde tomatenpuree met 2 x de hoeveelheid water in een pannetje, warm op en breng op smaak met peper, zout en rozemarijn.

4. 4

   Leg de pizzabodems op een met bakpapier beklede bakplaat. Lepel er wat van de saus over en versier met de stukjes paprika en rood pepertje naar smaak, en maïsblokjes.

5. 5

   Strooi er nog wat geraspte mozzarella over en zet 12 à 15 minuten in een voorverwarmde oven van 180°C tot de kaas mooi gegratineerd is.