bereiding

1. 1

   Kook de ongeschilde zoete aardappelen 15 minuten in lichtgezouten water. Giet af en laat schrikken onder koud water. Schil de aardappelen en snij ze in plakken van 1/2 cm dik. Verdeel ze over vier kleine ovenschaaltjes of één grote schaal.

2. 2

   Spoel de groenten en maak ze schoon. Snij de groenten (behalve de champignons) in fijne reepjes en stoof ze enkele minuten in een beetje olijfolie. Breng op smaak met peper en zout. Verdeel ze over de zoete aardappelen.

3. 3

   Leg de visfilets in de koude bouillon en breng zachtjes aan de kook. Laat 5 minuten garen in bouillon die net niet kookt. Laat de vis uitlekken en zet de bouillon even apart. Verkruimel de vis over de zoete aardappelen en de groenten. Bestrooi met garnalen.

4. 4

   Maak de champignons schoon en snij ze in vieren. Bak ze kort in wat boter en besprenkel ze met citroensap. Verwarm de oven voor op 180°C.

5. 5

   Maak de bechamelsaus. Laat de boter smelten in een pan op een zacht vuurtje. Roer er de bloem door en laat goed doorwarmen. Roer er beetje bij beetje de melk en wat van de visbouillon (die je bewaard hebt) door. Breng de saus al roerend aan de kook. Laat indikken, breng op smaak met peper en zout. Haal de pan van het vuur en roer er de eidooier door. Meng de champignons door de saus. Verdeel de saus over de ovenschaaltjes en bestrooi met geraspte kaas.

6. 6

   Laat de visgratin in 30 minuten goudbruin bakken in de oven.