bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Week het fruit en de rozijnen in de rum.

2. 2

   Los de gist op in 4 el lauwe melk in een ruime kom. Laat 15 minuten gisten. Doe er de rest van de melk bij en meng. Voeg er 70 g bloem aan toe en laat 20 minuten rusten.

3. 3

   Meng de rest van de bloem met de suiker, de kruiden, het ei, de dooier en de boter. Kneed dit met de gist tot een homogeen deeg en maak er een bal van. Leg in een kom en dek af met een doek. Laat 1 uur rijzen.

4. 4

   Laat het fruit goed uitlekken (bewaar de rum). Kneed het door het deeg, vorm een bal en laat minstens 1 uur rijzen. Kneed de marsepein met de rum tot een soepele pasta.

5. 5

   Leg het deeg op een werkblad met bloem. Duw het plat tot een rechthoek. Rol de marsepein
   uit en leg op het deeg. Vouw één van de lange deegkanten naar het midden en sla de andere kant erover. Leg op de naad op een bakplaat met bakpapier, dek af en laat anderhalf uur rusten. Bak 40 minuten in een warme oven van 180° C. Bestrijk het lauwe brood met boter en bestrooi met suiker.