bereiding

1. 1

   Maak de court-bouillon. Snij de uien, selder, wortelen, en peterselie grof. Doe in een ruime kookpot en voeg de tijm en knoflook toe. Overgiet met de 2 liter koud water. Breng op een zacht vuur aan de kook en laat met het deksel schuin op de pan een kwartier sudderen. Voeg de wijn, de azijn en de peperkorrels toe en laat nog een kwartiertje koken.

2. 2

   Pocheer de zalmfilet in deze courtbouillon, net onder het kookpunt. Reken op 10 à 12 minuten, volgens de dikte van de stukken. De grijsgekleurde stukken gebruiken we niet (die zijn prima om zalmsalade van te maken voor op de boterham, bijvoorbeeld), van de roze stukken heb je 650 g nodig.

3. 3

   Verkruimel de gepocheerde zalm in een kom en mix met de roomkaas (of zure room). Smelt de gelatine in 2 el van de court-bouillon en meng met 2 el van het zalmmengsel. Doe dan alles bij de rest van de zalm. Roer goed om. Spatel er ten slotte de opgeklopte slagroom door. Breng op smaak met citroensap, peper en zout.

4. 4

   Bekleed een terrine- of een cakevorm met de gerookte zalm. Vul met de helft van het zalm-roommengsel. Strooi er dan de garnaaltjes over en leg er enkele takjes dille op. Vul aan met de rest van de vulling en vouw de plakken gerookte zalm die over de rand van de vorm hangen, over de vulling. Sluit de terrinevorm en druk aan (gebruik je een cakevorm, zet er dan een plankje op met wat gewicht erop). Laat een nachtje opstijven in de koelkast.

5. 5

   Meng de kruiden - waterkers, spinazie, dragon, tuinkers en dille - tot een slaatje. Snij met een heel scherp mes plakken van de terrine en serveer ze met het kruidenslaatje en met blini’s.