bereiding

1. 1

   Breng voor de saus het appelsap aan de kook met de ciderazijn, laat inkoken tot de helft. Voeg de room toe en warm nog even door. Roer de koude boter, in vlokjes, door de saus.

2. 2

   Boen de appelen schoon, snij ze in vieren en verwijder het klokhuis. Snij het vruchtvlees in staafjes. Bak ze in een pan met een flinke klont boter. Bestrooi met de suiker en laat licht karamelliseren.

3. 3

   Verwarm de oven voor op 175°C. Kruid de sint-jakobsvruchten met peper en zout. Rooster ze aan beide kanten kort in een grillpan. Laat nog 3 tot 5 minuten verder garen in de oven.

4. 4

   Verdeel de appeltjes over warme borden en leg er sint-jakobsvruchten op. Lepel er wat saus bij en werk af met waterkers.