bereiding

1. 1

   Haal de buitenste bladeren van de kool en snij 'm in vieren. Verwijder de harde kern en snij de kool in reepjes. Verhit wat boter in een ruime pan en roerbak er de kool 3 minuten in, samen met de sjalot. Kneus de peperbolletjes en het pepertje tussen twee lepels. Doe ze met de jeneverbessen en de laurier bij de kool. Overgiet met de azijn en witte wijn, kruid met zout en giet er de bouillon bij. Laat onder deksel ongeveer een halfuur garen.

2. 2

   Schil de aardappelen en kook ze gaar in lichtgezouten water. Giet af, stamp ze fijn met een pureestamper en maak aan met de melk en een klontje boter. Breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout.

3. 3

   Snij de chorizo in blokjes en bak ze in een pan met wat boter krokant. Roer ze door de wittekool en breng op smaak met peper en zout. Werk af met een takje tijm.