Kaneelroltaart met peer
bereiding
-
1
Los de gist met 2 el suiker op in 125 ml lauw water. Laat 10 min. rusten. Verwarm de melk en smelt er 2 el boter in.
-
2
Meng de bloem met de rest van de suiker en het zout. Kneed het gistmengsel, het melk-botermengsel met 1 ei en het bloemmengsel in de keukenrobot met een deeghaak. Haal het deeg uit de keukenrobot en kneed nog even door met de hand. Voeg eventueel wat bloem toe als het deeg te plakkerig is. Laat het deeg 15 min. rijzen onder een handdoek.
-
3
Meng de bruine suiker met de kaneel. Rol het deeg uit tot een dikte van 1 cm en bestrijk met de rest van de boter. Strooi er het suiker-kaneelmengsel en wat kardemompoeder over. Rol het deeg op. Snij de rol in dikke plakken en leg ze in de beboterde bakvorm. Zet ze niet té dicht tegen elkaar, want ze zetten nog uit. Bestrijk ze met de opgeklopte eidooier, dek af en laat twee uur rusten.
-
4
Verwarm de oven voor op 180°C. Bak dan de kaneelroltaart in 25 min. goudbruin in de oven.
-
5
Snij het vanillestokje overlangs en schraap er de zaadjes uit. Breng de witte wijn aan de kook samen met 1 l water, de suiker, het citroensap en het vanillemerg. Schil de peren, gaar ze 20 minuten in de witte wijn en laat ze ook daarin afkoelen. Haal ze uit het vocht en snij ze in mooie partjes zonder ze bovenaan volledig door te snijden om een waaier te krijgen.
-
6
Zet de taart op een schotel, bestrooi ze met bloemsuiker en serveer.