bereiding

1. 1

   Maak eerst de pralinépasta. Verwarm de oven voor op 185°C. Rooster de noten 10 min. in de oven op een met bakpapier beklede bakplaat. Doe de noten in een mengkom.

2. 2

   Breng 60 ml water met de suiker aan de kook en laat inkoken tot een donkerbruine karamel. Giet die meteen over de noten. Laat 1 uur volledig afkoelen en hard worden. Hak ze nadien fijn in de keukenmachine en doe er lepel per lepel de olie bij. Zo krijg je een smeuïge notenpasta. Zet apart.  Je hebt 60 g van dit mengsel nodig voor de vulling van de taart.

3. 3

   Maak het deeg. Verwarm de oven voor op 185°C. Breng de melk aan de kook, meng er de boter onder. Voeg in één keer de bloem en het snuifje zout toe, laat de pot op een matig vuur staan en blijf roeren met een houten lepel tot je een bal van deeg krijgt. Schep het deeg in een kom en laat enkele minuten rusten.

4. 4

   Roer één voor één de eieren door het beslag met een garde. Voeg het 5e ei enkel toe als het beslag nog te hard is. Schep het in een spuitzak en spuit een krans van ongeveer 25 cm diameterop de met bakpapier beklede bakplaat. Bestrooi met griessuiker en geschaafde amandelen. Bak 20 tot 30 min. in de oven. Laat afkoelen op een rooster.

5. 5

   Maak de vulling. Verwarm de melk met het koffiepoeder. Klop de eieren met de suiker wit-schuimig. Voeg het koffiemengsel traag toe aan het ei-suikermengsel. Zet het mengsel op het vuur en laat indikken. Zet nadien in de koelkast om af te koelen.

6. 6

   Haal het mengsel uit de koelkast en meng er de boter, het zout en 60 g van de pralinépasta door. Doe het mengsel in een spuitzak. Snij de bovenkant van de soezentaart en spuit de crème op de onderkant. Leg de bovenkant er weer op en laat opstijven in de koelkast.