bereiding

1. 1

   Stoom de raapjes in 8 à 10 minuten bijna gaar. Snij onderaan een plakje weg zodat ze mooi rechtop blijven staan. Snij het hoedje eraf en hol de raapjes met een lepel uit. Laat omgekeerd uitlekken op keukenpapier.

2. 2

   Verwarm de oven voor op 200°C. Verwarm de olijfolie in een pan en fruit de ui en de knoflook glazig. Voeg er de champignons aan toe en laat even stoven. Kruid met peper en zout en laat een beetje afkoelen. Doe de champignons in een kom en meng er de kaas, noten en peterselie door.

3. 3

   Vul de raapjes met het champignonmengsel, zet ze in een ovenschaal en laat ze 10 à 15 minuten verder garen in de oven tot ze mooi kleuren.

4. 4

   Kook de aardappelen gaar. Giet ze af en plet ze met een pureestamper. Voeg er de melk en een klontje boter aan toe. Breng de puree op smaak met peper, zout en nootmuskaat. Hou warm.

5. 5

   Smelt een klontje boter in een koekenpan. Bak het varkenshaasje goudbruin aan alle kanten en laat het verder garen naar smaak. Haal het vlees uit de pan en laat rusten onder aluminiumfolie. Blus de pan met een beetje water of een scheutje vleesbouillon en doe er de tijmblaadjes bij. Serveer de raapjes met de aardappelpuree en het varkenshaasje, overgoten met tijmjus.