Mandarijnsoepje met granaatappel
bereiding
-
1
Halveer de granaatappel. Haal er de pitten uit. Verwijder de witgele vliesjes, want die maken het soepje bitter.
Verwarm de oven voor op 200° C.
-
2
Halveer het vanillestokje overlangs en schraap er het merg uit. Leg het stokje en het merg in een pannetje en voeg er de wijn en de suiker aan toe. Laat 10 minuten zachtjes koken.
-
3
Roer het maïszetmeel glad met een scheutje mandarijnsap. Voeg het aan de wijnmengeling toe, breng opnieuw aan de kook en laat lichtjes binden. Haal de pan van het vuur. Doe er de rest van het mandarijnsap bij en laat afkoelen in de koelkast. Verwijder het vanillestokje.
-
4
Snij het bladerdeeg in 4 driehoeken. Bestrijk ze met gesmolten boter en bestrooi ze met suiker en kaneel. Rol ze dun op, begin aan de brede kant. Leg de rolletjes op een met bakpapier bedekte bakplaat en bak ze in 4 minuten goudgeel in de oven.
-
5
Breng de mandarijnsoep op smaak met suiker en limoensap. Giet in kommetjes en werk af met granaatappelpitten. Serveer met een zoet stokje.
-
6
Voorbereiding