bereiding

Voorbereiding

1. 1

   Verkruimel de gist en los op in het lauwe water, laat 10 minuten rusten. Droge gist mag je rechtstreeks mengen met de bloem.

2. 2

   Doe de bloem in een kom. Strooi het zout langs de rand van de kom. Maak in het midden van de bloem een kuiltje en giet er het gistpapje in.

3. 3

   Doe er 2 eieren, de suiker, de melk, de kaneel en de boter bij en meng goed.

4. 4

   Kneed het deeg 20 minuten met de hand stevig door tot het elastisch wordt.

5. 5

   Dek de kom af met een vochtige keukenhanddoek en laat het deeg 45 minuten rijzen op een tochtvrije en warme plaats. Kneed het dan opnieuw een minuutje en laat weer 45 minuten rijzen.

6. 6

   Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een lap van ongeveer 1 cm dik. Snij er met (vrij grote) vormpjes figuren uit en leg ze op een bakplaat met bakpapier. Dek weer af en laat nog 15 minuten rijzen. Verwarm de oven voor op 220° C.

7. 7

   Bestrijk het deeg met een mengsel van 1 ei, losgeklopt met een scheutje melk. Bak de koeken in 15 minuten mooi goudgeel. Laat afkoelen op een rooster.