bereiding

1. 1

   Zeef de bloem en doe samen met het zout in een grote kom. Voeg de boter in blokjes, de suiker en het losgeklopte ei toe en kneed tot een kruimelig deeg. Vorm er een bal van en leg die een halfuur in de koelkast.

2. 2

   Schil de peren. Breng de rode wijn met de suiker, het kaneelstokje en stukje steranijs aan de kook en verlaag het vuur zodat je onder het kookpunt blijft. Voeg de peren toe en pocheer ze een kwartier. Zet het vuur af en laat de peren in het vocht volledig afkoelen.

3. 3

   Rol het deeg uit en leg het in een beboterde en bebloemde taartvorm. Dek af met bakpapier en bakbonen en schuif 12 minuten in de voorverwarmde oven. Verwijder het bakpapier en de bonen en schuif nog 10 minuten in de oven. Laat de bodem afkoelen op een rooster.

4. 4

   Breng de room aan de kook en laat de chocolade in stukjes erin smelten. Roer de boter door de chocoladeroom en schenk in de taartbodem. Laat de ganache 15 à 20 minuten opstijven en zet er de peertjes in.

5. 5

   Klop de eiwitten stijf en voeg geleidelijk de suiker toe. Schep de meringue rond de peertjes en gebruik een klein brandertje om ze te kleuren.