bereiding

1. 1

   Snijd de fazant in stukken. Kruid met peper en zout. Bak de stukken fazant in 80 g boter tot ze mooi kleuren. Voeg de madera toe en laat 30 minuten afgedekt op een zacht vuurtje garen. Draai het vlees geregeld om.

2. 2

   Maak het witloof schoon. Halveer de stronkjes en voeg ze na 20 minuten toe aan de fazant. Laat samen nog 10 minuten verder garen. Blancheer de spruitjes in gezouten water. Bak ondertussen de champignons in een klontje boter en in een apart pannetje ook de spruitjes. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.

3. 3

   Voeg de wildfond en de room toe aan de fazant. Breng aan de kook, zet het vuur iets zachter en laat nog 5 minuten pruttelen. Breng op smaak met peper en zout. Voeg op het laatste moment het citroensap toe. Serveer met de champignons en spruitjes. Lekker met denappelkroketjes.