bereiding

1. 1

   Doe het soepvlees in een kookpan en giet er zoveel water op dat het net onderstaat. Breng aan de kook en schep het schuim weg met een schuimspaan. Zet het vuur zachter, voeg tijm en laurier aan de soep toe en laat 30 minuten trekken op een zacht vuurtje. Neem er het soepvlees uit.

2. 2

   Pel de ui, schraap de wortel en maak het preiwit schoon. Snij alles in grove stukken. Stoof de groenten een paar minuten aan in boter, giet er de vleesbouillon door een zeef. Laat 20 minuten zacht koken. Zeef de bouillon opnieuw.

3. 3

   Kruis de kerstomaatjes in met een scherp mes, dompel ze kort onder in kokend water, laat ze schrikken onder koud stromend water en pel ze. Giet er de bouillon – opnieuw door de zeef – bij, kruid met peper en zout en werk af met waterkersblaadjes. Serveer het soepvlees er apart bij.