bereiding

1. 1

   Meng het broodmeel in een grote kom met 2 el suiker, kaneel en de lauwe melk. Doe er het zakje gist bij en meng een eerste keer. Doe er 1 ei, de boter en het zout bij en kneed gedurende 15 minuten tot een soepel en elastisch deeg. Laat 40 minuten afgedekt op een warme en tochtvrije plaats rijzen.

2. 2

   Kneed nog eens door en verdeel het deeg in 8 stukken. Rol van elk stuk een lange worst. Rol ze op tot een spiraal en leg op een met bakpapier beklede bakplaat.

3. 3

   Snij de rabarber in grove stukken en breng samen met 100 g suiker aan de kook. Roer tot de suiker opgelost is tot siroop, maar de rabarberstukken nog niet tot moes gekookt zijn. Verwarm de oven voor op 230°C.

4. 4

   Klop het tweede ei los. Duw in de bovenkant van de broodjes wat stukjes rabarber. Hou de siroop apart voor de afwerking. Strijk de randen van de broodjes in met losgeklopt ei. Zet de broodjes in de oven, verlaag de temperatuur tot 200°C en bak 15 minuten tot ze goudbruin kleuren.

5. 5

   Laat de brioches afkoelen op een rooster. Lepel er wat rabarbersiroop over en serveer.