bereiding

1. 1

   Kook de eitjes in 4 minuten hard, laat ze schrikken onder koud water en pel ze. Pel de ui en snipper fijn. Schil de wortelen en snij ze in kleine blokjes. Schil de aardappelen en snij ze in flinterdunne frietjes, dat lukt het best met de mandoline. Spoel ze en dep droog.

2. 2

   Vorm met de hand het gehakt rond elk eitje. Kook daarna de vogelnestjes 5 minuten in de bouillon. Schep ze er met een schuimspaan uit, bewaar het kookvocht.

3. 3

   Verwarm de friteuse voor op 180°C. Stoof de ui en de wortelen glazig in een pan met wat boter. Voeg de tomatenblokjes toe, samen met de laurier, wat Provençaalse kruiden, peper en zout. Voeg een kopje van de bouillon toe en laat 15 minuten op een zacht vuurtje sudderen.

4. 4

   Rol de vogelnestjes door de bloem en bak ze goudbruin in boter of olie. Bak de frietjes in één keer krokant in de friteuse, laat uitlekken en strooi er wat zout over.

5. 5

   Serveer de frietjes met de vogelnestjes en de tomatensaus.