bereiding

1. 1

   Kruid het konijnenvlees met peper en zout. Braad het aan alle kanten bruin in olijfolie en houd het apart. Stoof de wortel, selderij, ui en knoflook in dezelfde pan. Doe het vlees er opnieuw bij en blus alles met de wijn.

2. 2

   Voeg de bouillon, laurier en tijm toe en laat alles 1 uur op een laag vuurtje gaar worden. Haal het konijn uit de pan (bewaar het braadvocht!), haal het vlees van het bot en doe het samen met de ricotta en parmezaan in een keukenrobot. Mix alles tot een grof mengsel. Schep telkens een eetlepel van het mengsel op de helft van de wontonvellen. Bestrijk de randen met water, leg de rest van de wontonvellen erop en druk ze aan, zodat ze goed gesloten zijn. Kook de ravioli in een pan met lichtgezouten water tot ze bovendrijven en zacht zijn (ca. 3 minuten).

3. 3

   Maak de saus: zeef het braadvocht in een pan, doe er 50 g boter bij en laat dat warm worden. Stoom de doperwten gaar en doe ze bij de saus. Schep de ravioli op de borden, giet de saus erover en werk af met wat basilicum.