bereiding

1. 1

   Kook de linzen in een ruime pot met water en het bouillonblokje in 20 minuten beetgaar. Giet af en spoel onder koud water.

2. 2

   Pel de ui en snipper fijn. Fruit de ui in olijfolie en kruid met het kerriepoeder. Voeg de linzen toe, schep om en haal van het vuur.

3. 3

   Spoel de appelen, verwijder het klokhuis en snij ze in kleine partjes. Maak een dressing met 4 eetlepels balsamicoazijn en 6 eetlepels olijfolie en kruid met peper en zout. Spoel de peterselie, dep droog en snipper de blaadjes fijn. Voeg toe aan de dressing en schep om met de appelpartjes en de linzen.

4. 4

   Snij de makreel in grote stukken en snij het briochebrood in blokjes. Bak de blokjes brood in boter tot goudbruine croutons.

5. 5

   Kook de eitjes 3 minuten en laat ze schrikken onder koud water. Schep de linzensalade op de borden. Verdeel de makreel erover en enkele croutons. Pel de eitjes, leg ze op de salade en prik ze net voor het serveren open met een vork.