bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 200°C. Meng voor de crumble de bloem met de boter en vanillesuiker tot grove kruimels. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak in 12 minuten goudbruin. Laat afkoelen.

2. 2

   Schil 2 appelen en stoof ze met 1 el suiker en water. Mix tot appelmoes. Splits de eieren. Klop de eidooiers met de rest van de suiker en het vanillemerg wit-schuimig. Klop de eiwitten stijf. Klop de room stijf.

3. 3

   Week de gelatine in koud water. Knijp het water eruit. Pers de sinaasappel uit en verwarm het sap. Los er de gelatine in op.

4. 4

   Meng het dooier-suikermengsel onder de mascarpone, voeg het sinaasappelsap toe. Voeg de gember toe. Schep er met een houten lepel voorzichtig eerst de slagroom onder en dan de stijfgeklopte eiwitten. Voeg langzaam toe en schep voorzichtig om. Verdeel over kommetjes en laat minstens 30 minuten opstijven in de koelkast.

5. 5

   Schil de resterende appels en snij ze in blokjes. Stoof ze in boter met wat kaneel goudbruin. Voeg eventueel een scheutje Calvados toe en laat de appeltjes wat afkoelen. Verdeel de appeltjes over de appelmousses en werk af met de crumble.