bereiding

1. 1

   Begin een dag op voorhand. Verwarm de oven voor op 120°C (onder- en bovenwarmte, geen hetelucht). Zorg dat alle materialen vetvrij zijn. 

2. 2

   Splits de eieren. Doe dit per ei apart, want er mag absoluut geen eigeel bij het eiwit komen. Dek het eigeel af en zet in de koelkast (dit wordt niet gebruikt, maar maak er bijvoorbeeld een vanillesaus of lemon curd van). Doe de eiwitten in een bij voorkeur metalen kom en voeg eerst een klein beetje suiker toe. Mix schuimig en voeg dan beetje bij beetje de rest van de suiker toe. Mix tot de suiker helemaal is opgelost en het eiwit mooie pieken vormt en glanst.

3. 3

   Bekleed een bakplaat met bakpapier. Meng het maïszetmeel met de azijn en voeg bij het eiwitschuim. Meng goed door elkaar. Teken een cirkel van ± 20 cm Ø op het bakpapier en strijk hierbinnen het stijfgeslagen eiwit uit. Laat het eiwit in het midden van de oven minstens 3 uur drogen. Zet de oven dan uit, maar laat de pavlova nog 3 uur in de dichte oven staan om af te koelen. 

4. 4

   Klop vlak voor het serveren 200 ml slagroom met 1 eetlepel vlierbloesemsiroop niet al te stijf en verdeel over de pavlova. 

5. 5

   Trek met een scherp mesje sliertjes van de citroenschil en verdeel ze samen met de rozenblaadjes, de granaatappelpitten en het passievruchtvlees over het schuim.