Appelstrudel-pannenkoeken
bereiding
-
1
Doe voor de vulling de rozijnen in een kom en giet er net zoveel kokend water op tot ze onderstaan. Laat weken tot gebruik. Snij de appels in plakjes en schep ze om met het citroensap en de -rasp.
-
2
Smelt voor het pannenkoekenbeslag 30 gram boter. Klop de eieren los in een ruime kom en meng de bloem erdoor. Voeg beetje bij beetje de karnemelk en 2 à 3 eetlepels water toe tot er een glad beslag ontstaat. Klop er een half zakje vanillesuiker, wat zout en de gesmolten boter door. Laat ongeveer een kwartier rusten en maak de vulling.
-
3
Smelt voor de vulling de boter in een koekenpan en bak de panko 3 minuten op halfhoog vuur. Voeg de vanillesuiker en de kaneel toe. Neem de appel uit het citroensap en bak de plakjes samen met de gewelde rozijnen en de walnoten ongeveer 5 minuten op halfhoog vuur mee. Neem de pan van het vuur.
-
4
Smelt telkens een klein klontje boter in een kleine koekenpan met antiaanbaklaag en bak 8 heel dunne pannenkoekjes van het beslag. Hou ze tot gebruik afgedekt warm. Schep een lepel vulling op elke pannenkoek en plooi toe tot een rechthoekje. Serveer met vanillepudding en bestrooi met de extra kaneel en walnoten.