bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 200° C. Borstel de aardappelen schoon en snij ze in partjes. Doe die in een ruime ovenschaal, samen met de gepelde en doormidden gesneden teentjes knoflook en de gespoelde verse kruiden. Overgiet royaal met olijfolie en kruid met peper en zout. Rooster de aardappeltjes in ± 30 minuten gaar in de warme oven.

2. 2

   Bak de plakjes spek krokant uit en laat ze uitlekken op keukenpapier. Snij de cambozola in stukjes. Spoel de sla, maak de bladeren los en zwier ze droog. Spoel de radijzen, maak ze schoon en snij ze doormidden.

3. 3

   Maak de boontjes schoon en blancheer ze in kokend gezouten water. Giet af, laat de boontjes schrikken onder ijskoud stromend water en laat ze uitlekken.

4. 4

   Pel de sjalotten en snij ze doormidden. Bak de sjalotten glazig in hete olijfolie, voeg de geblancheerde boontjes toe en warm nog even door.

5. 5

   Kook de eieren 6 minuten in kokend water zodat ze binnenin nog smeuïg zijn. Maak intussen een vinaigrette van de olijfolie, de ciderazijn en de graanmosterd en kruid met peper en zout.

6. 6

   Meng de frisée met de de gebakken boontjes en sjalotjes, de radijsjes, de blokjes cambozola en de geroosterde aardappeltjes. Verdeel over 4 borden, snij de eieren doormidden en leg ze op de borden. Besprenkel de salade met de mosterdvinaigrette en serveer meteen.