Kreeft thermidor met pappardelle
bereiding
-
1
Breng in een grote kookpot water aan de kook. Maak de selder schoon en snij in blokjes. Doe de selder, de laurier, de tijm, de peperbollen, de cayennepeper en 1 kl zout in het water. Laat 15 minuten koken en voeg er dan de levende kreeften aan toe. Zodra het water kookt, zet je het vuur zachter en leg je de kreeften nog 12 minuten in de net niet kokende bouillon. Haal uit het water en laat afkoelen.
-
2
Snij de kreeften in de lengte met een scherp mes doormidden, verwijder de maag en het darmkanaal. Haal de groene massa uit de kreeft, maar hou ze bij. Als er ook rode eitjes in de kreeft zitten, laat je die gewoon zitten. Haal het kreeftenvlees uit de staart. Sla met de botte kant van het mes op de kreeftenscharen (zo haal je er het vlees gemakkelijk uit aan tafel).
-
3
Pel en snipper de sjalot. Smelt de boter, fruit er de sjalot in en strooi er de bloem over. Roer droog en blus met de witte wijn en bouillon. Voeg de melk toe en laat indikken tot een bechamelsaus. Voeg de mosterd en de groene massa uit de kreeft toe. Roer er 1/3 van de geraspte parmezaan en de verse kruiden door. Breng op smaak met peper en zout.
-
4
Verwarm de ovengrill voor. Kook de pappardelle volgens de aanwijzingen op de verpakking. Pluk de kruiden van de steeltjes.
-
5
Vul de kreeftenschalen met de kreeftenstukjes en verdeel er de saus over. Strooi er de rest van de parmezaan over en gratineer onder de grill. (Bereid je zelf een levende kreeft, dan leg je ze het best een kwartiertje in de diepvriezer voor je ze bereidt. Dat is de meest diervriendelijke manier. Wil je liever niet aan de slag gaan met een levende kreeft, dan kun je een voorgekookt en zelfs diepgevroren exemplaar kopen.)