IJspralines met 3 soorten vulling
bereiding
-
1
Laat het vanille-ijs zeker 1 uur zacht worden in de koelkast.
-
2
Meng voor de karamelpralines 200 g vanille-ijs met 2 eetlepels dulce de leche en 1 eetlepel bresiliennenootjes. Doe in een potje, sluit af en zet in de diepvriezer.
-
3
Stamp voor de framboospralines de inhoud van de kardemompeultjes in de vijzel fijn en meng voorzichtig met de frambozen, de muskaatwijn of Lillet en 200 g vanille-ijs. Doe in een potje, sluit af en zet in de diepvriezer.
-
4
Los voor de koffiepralines 1 kl oploskoffie op in 2 eetlepels warm water. Meng 1 koffielepel van het mengsel met 200 g vanille-ijs, proef en voeg extra koffie toe indien gewenst. Giet in een potje, sluit af en zet in de diepvriezer. Laat de 3 vullingen 1 nacht opstijven.
-
5
Maak met een grote parisiennelepel bolletjes van het ijs, leg ze op bakpapier in een ovenschaal of op een bakplaat en laat ze enkele uren bevriezen.
-
6
Smelt de fondantchocolade met 35 g boter, wentel de dulce de leche- en de koffie-ijsbolletjes door de gesmolten chocolade. Bestrooi één van de twee met cacaopoeder, zo kun je het verschil zien. Leg ze onmiddellijk terug in de diepvries.
-
7
Smelt dan de witte chocolade met 15 g boter en dompel hierin de frambozenijsbolletjes. Zet ook telkens onmiddellijk in de diepvries.
-
8
Serveer de pralines in cupcakepapiertjes. Zet ze op een schaal met ijs, dan smelten ze minder snel.