Runderstoofpotje met wildfond
bereiding
-
1
Pel de ui en de knoflook, snipper ze fijn. Stoof aan in een klontje boter in een grote stoofpot. Maak de cantharellen schoon met een borsteltje en voeg ze toe.
-
2
Laat in een andere pan flink wat boter heet worden. Schroei het vlees rondom mooi dicht, in porties. Kruid met witte peper en stoofvleeskruiden en schep bij de groenten in de stoofpot. Zet de pan van het vlees weer op het vuur en blus met een goede scheut rode wijn. Zet het vuur wat lager en roer de bakresten los. Voeg dit ook toe aan de stoofpot. Herhaal tot je al het vlees hebt gebakken.
-
3
Schil de wortelen en snij ze in stukjes. Snij het spek in reepjes en bak het in de pan van het vlees. Kruid met Provençaalse kruiden. Voeg het spek en de wortelen toe aan de stoofpot.
-
4
Maak een kruidentuiltje van enkele takjes verse tijm met de laurierblaadjes en doe ze bij de stoofpot. Voeg de wildfond, één glas wijn en wat water toe zodat het niet te zout wordt. Het vlees moet onderstaan. Laat 2 uur afgedekt sudderen op laag vuur.
-
5
Controleer af en toe of je saus niet weggekookt is. Voeg anders nog wat extra fond of wijn toe. Besmeer de sneetjes brood met mosterd. Leg ze met de mosterdkant naar beneden in de stoofpot. Zet het deksel weer op de pot en laat nog 1 uur verder sudderen.
-
6
Is het vlees nog niet mals genoeg, laat dan verder garen. Voeg naar smaak een beetje bruine suiker toe. Haal het kruidentuiltje uit de pan. Is de saus niet dik genoeg, voeg dan een beetje bindmiddel toe.