bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 200°C. Bestrooi de kalkoen aan de buitenkant met kalkoenkruiden. Hou nog wat kruiden over voor de saus. Leg de kalkoen in een ovenschaal.

2. 2

   Snij plakken van 1/2 cm dik uit de bakboter en bedek hiermee de volledige kalkoen. Opgelet, echte boter is niet bestand tegen een lange braadtijd, daarom moet je bakboter gebruiken. Leg aluminiumfolie over de kalkoen en druk wat aan. Zet zo 3.30 uur in de oven.

3. 3

   Bevochtig de kalkoen elk halfuur met een kop water of gevogeltebouillon en een lepel braadvocht. Leg er telkens de aluminiumfolie weer op. Schep het teveel aan braadvocht eventueel over in een andere pot. Is de kalkoen na 3 uur niet mooi gekleurd? Verwijder dan de folie de laatste 30 minuten en blijf de kalkoen regelmatig bevochtigen.

4. 4

   Haal de kalkoen uit de ovenschaal en giet het braadvocht in een aparte pot. Spoel de bakresten in de ovenschaal los met twee koppen water en giet bij de rest van het braadvocht. Zeef en zet opzij. Verwijder met een lepel of schuimspaan het vet dat op het braadvocht drijft. Zet de kalkoen opnieuw in de oven om warm te houden.

5. 5

   Smelt 75 g boter in een pan en voeg de bloem toe. Laat even mooi versmelten met elkaar zonder dat het mengsel bruin wordt. Voeg dan het gezeefde braadvocht, wat water, het bouillonblokje, de rest van de kalkoenkruiden en eventueel de cognac toe. Laat het geheel doorkoken. Roer regelmatig met een garde tot de saus de juiste dikte heeft. Lekker met veenbessen, appelmoes en kroketjes.