bereiding

1. 1

   Verwarm de oven op 180°C. Pel en snipper de uien. Pel en plet de knoflook. Spoel de selder en snij fijn. Maak de wortelen en de pastinaken schoon en snij ze in stukken van ± 2 cm. Schil de knolselder, snij ‘m in zeer fijne blokjes en leg die in een ovenschaal. Besprenkel met olijfolie, kruid met peper en zout en gaar ze 25 minuten in de oven

2. 2

   Verwarm ondertussen de boter in een ruime stoofpot. Voeg de ui, knoflook en selder toe. Stoof het geheel op een zacht vuur glazig. Voeg de tomatenpuree toe en roerbak het geheel even op. Lepel de bloem erbij en laat kort aanstoven tot het geheel lichtbruin kleurt. Besmeer de peperkoek met de mosterd en doe het in de pot. Schraap de aanbaksels zacht los van de bodem. Giet het bier erbij.

3. 3

   Voeg de wortelen en de pastinaken toe, doe het kruidentuiltje erbij en voeg de groentebouillon toe. Laat het geheel zachtjes garen. Zodra de knolselder gaar is schep je deze bij de stoofpot en laat nog even verder sudderen. Schep regelmatig om.

4. 4

   Bak de portobello’s kort in een pan in olijfolie en kruid met peper en zout. Gaar ze nog 10 minuten in de oven.

5. 5

   Verhit een bodem druivenpitolie in een steelpan. Schil de peterseliewortelen en snij ze in dunne slierten. Frituur ze in de druivenpitolie.

6. 6

   Rooster de pompoenpitten in een pan met een scheutje olijfolie. Breng de stoofpot op smaak met peper en zout. Serveer de portobello’s erbij en werk het geheel af met de gefrituurde peterseliewortel en de pompoenpitten.