bereiding

1. 1

   Zeef de bloem, het bakpoeder en het zout in een ruime kom. Voeg het ei en de suiker toe.

2. 2

   Voeg beetje bij beetje het warme water toe, tot het deeg ongeveer de textuur van brooddeeg heeft. Kneed het ongeveer 5 minuten tot een soepel en elastisch deeg.

3. 3

   Meng de geklaarde boter met de olie. Smeer je handen in met dit mengsel en verdeel het deeg in 6 balletjes ongeveer ter grootte van een pingpongbal. Bestrijk ze met het olie-botermengsel, leg ze op een schaal en dek af met vershoudfolie. Laat 15 minuten rusten.

4. 4

   Doe weer wat van het olie-botermengsel op je handen en op het werkvlak en rek elk bolletje deeg met de hand uit tot een dunne cirkel. Het deeg moet bijna doorzichtig worden. Bestrooi met wat fijn griesmeel. Vouw de boven- en onderkant naar binnen, bestrooi opnieuw met griesmeel en vouw vervolgens ook de zijkanten naar binnen zodat je een vierkant lapje deeg krijgt. Leg de vierkantjes opnieuw op de schaal, dek af met vershoudfolie en laat opnieuw 15 minuten rusten.

5. 5

   Doe weer wat van het olie-botermengsel op je handen en op het werkvlak, en duw elk vierkantje uit tot een vierkante, dunne pannenkoek.

6. 6

   Bak de pannenkoekjes in een ruime koekenpan aan beide kanten gaar en krokant. Tijdens het bakken blaast het deeg op, maar wanneer je de pannenkoekjes omdraait worden ze weer plat. Draai ze tijdens het bakken verschillende keren om. Serveer de pannenkoekjes warm, met honing.