bereiding

1. 1

   Maak de mosselen schoon en spoel ze. Doe ze met aanhangend vocht in de pan en kook ze 4 minuten onder gesloten deksel. Voeg er het bier aan toe en kook nog 2 à 3 minuten, tot ze gaar zijn. Giet de mosselen af, haal ze uit de schelp en zeef het mosselvocht. Spoel de kruiden en laat uitlekken.

2. 2

   Hak de bieslook, de dille, de dragon en de bladpeterselie fijn. Maak de lente-ui schoon en snij in ringen. Halveer de zilveruitjes en meng samen met de kruiden, de kappertjes en de lente-ui door de mayonaise. Breng op smaak met peper, zout en het bier.

3. 3

   Verwarm de friteuse voor op 180 °C. Snij de lente-ui voor het beslag in superfijne ringen.

4. 4

   Meng de bloem en de uiringetjes door het bier. Kruid met de kippenkruiden, peper en zout. Klop de eiwitten stijf en spatel ze voorzichtig door het beslag. Haal de mosselen met een lepel door het beslag en frituur ze onmiddellijk. Doe dit telkens per 12 à 14 stuks.

5. 5

   Serveer de gefrituurde mosselbeignets met de tartaarsaus en een partje citroen. Werk af met enkele ringetjes lente-ui en een plukje peterselie.