Kanelbullar en kaffebullar
bereiding
-
1
Meng de melk met de gist. Haal de zaadjes uit de kardemompeultjes. Stamp fijn in de vijzel en voeg toe aan de melk. Voeg 2 eieren toe aan de melk.
-
2
Meng de bloem met 150 gram rietsuiker en een snuif zout in de keukenrobot. Voeg na een tijdje beetje bij beetje 120 gram van de boter toe. Bol het deeg op en laat 1 uur rijzen op kamertemperatuur.
-
3
Meng twee keer 75 gram boter met 50 gram rietsuiker. Voeg aan het ene mengsel het kaneelpoeder toe, en aan het andere het cacaopoeder en de gemalen koffie. Meng goed.
-
4
Verdeel het deeg in 2 porties en rol elke helft uit tot een rechthoek van 5 mm dik. Strijk de bovenste helft van elke rechthoek in met een van de twee vullingen en plooi dicht. Duw goed aan.
-
5
Snij het deeg verticaal in reepjes van ongeveer 1 centimeter breed. Neem één reepje tussen je handen en tik het twee keer tegen het werkblad. Zo valt het vanzelf in een mooie krul en zit de vulling goed. Neem het reepje nu in je rechterhand, en draai het twee keer rond je linkerhand. Vouw het uiteinde in een knoop. Werk snel, want anders rekt je deeg uit. Laat 30 minuten rijzen.
-
6
Verwarm de oven voor op 200°C. Klop een eitje los, voeg wat water toe en strijk de bullar ermee in. Werk de kanelbullar af met parelsuiker en de koffiebullar met gemalen koffie. Bak 15 minuten in de oven.