Citroen‐maanzaadbiscuit
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 170°C. Bekleed vier springvormen (van 24 cm, 19 cm, 16 cm en 10 cm) met bakpapier. Klop de suiker en de eieren tot een luchtige massa. Giet er in een straaltje de zonnebloemolie bij. Voeg het citroensap en de geraspte schil toe. Voeg het maanzaad toe en meng.
-
2
Meng de zelfrijzende bloem met het zout en het natriumbicarbonaat en zeef over het beslag. Spatel voorzichtig door het mengsel. Verdeel het beslag over de vier springvormen en bak ze 50 tot 60 minuten in de oven. Haal de vormen van 10 cm en 16 cm 15 minuten vroeger uit de oven. Laat afkoelen.
-
3
Maak ondertussen de gekon jte citroenen. Spoel de citroenen en snij ze in dunne plakjes van 1/4 cm. Breng in een steelpan 350 milliliter water met de suiker aan de kook. Snij het vanillestokje in 2 en voeg het merg en het stokje toe aan het suikerwater. Leg de citroenschijfjes in het water als dat kookt. Laat ze op heel laag vuur 40 minuten kon jten. Laat op een rooster uitlekken. Hou de siroop bij.
-
4
Maak de frosting. Klop de boter op tot een luchtig en licht mengsel. Voeg in 2 delen de gezeefde poedersuiker toe.
-
5
Haal de biscuits uit de springvormen. Smeer een dunne laag van de frosting over en langs de grootste biscuit. Zorg dat er nog wat biscuit zichtbaar blijft voor het ‘naked effect’ Leg de tweede grootste biscuit erbovenop. Smeer 2 eetlepels van de frosting in het midden van de tweede biscuit en leg hierop de derde biscuit. Bedek de top en randen met de rest van de frosting. Leg tot slot de kleinste biscuit erbovenop.
-
6
Versier de 4 lagen taart met de gekonfijte citroenschijfjes en werk af met wat van de suikersiroop waarin je de citroenen hebt gekonfijt.