Peren-panna cotta
bereiding
-
1
Maak de panna cotta. Week de gelatineblaadjes in koud water. Snij het vanillestokje open en schraap er het merg uit. Breng de room aan de kook samen met de melk, de suiker, het vanillemerg en
-
2
Als de suiker is opgelost, zet je de pan van het vuur. Verwijder het vanillestokje. Knijp de gelatineblaadjes uit en voeg ze toe aan de room. Roer goed tot alles is gesmolten.
-
3
Giet de panna cotta in de weckpotjes tot 1 à 2 cm onder de rand. Laat minstens 5 uur, maar liever een hele nacht opstijven in de koelkast.
-
4
Bereid de peren. Plet de kardemompeultjes. Haal de zaadjes eruit en plet ze in een vijzel. Rasp de schil van de citroen tot je ½ koffielepel hebt en pers 1 helft uit. Schil en ontpit de peren en snij het vruchtvlees in blokjes.
-
5
Meng de blokjes peer met de suiker, het citroensap, de geraspte citroenschil, het oranjebloesemwater en de geplette kardemom. Meng goed en bewaar in een afgesloten bokaaltje in de koelkast.
-
6
Werk de panna cotta net voor het serveren af met gemarineerde peer en wat verse citroentijm.