bereiding

1. 1

   Kruid het varkenshaasje met peper en zout. Verhit een flinke klont boter in een pan en schroei het varkenshaasje aan beide kanten toe. Leg het varkenshaasje vanuit de pan in een ovenschaal, leg er nog wat boter bij en bak 10 minuten mee met de aardappelen in de oven.

2. 2

   Giet het overtollige vet uit de pan van het vlees. Blus de aanbakresten met de cider en voeg het blaadje laurier en de fond toe. Laat de saus tot de helft inkoken. Neem het blaadje laurier eruit, voeg de room en de zachte mosterd toe en laat op een zacht vuur nog een beetje indikken. Breng op smaak met peper en zout.

3. 3

   Maak het slaatje. Maak het witloof schoon, verwijder de bittere kern en snij het in lange reepjes. Pel de sinaasappel, snij hem à vif en vang het sap op. Klop het sinaasappelsap los met de zure room, de mosterd, de honing en wat olijfolie. Kruid met peper en zout. Maak een slaatje van het witloof en de sinaasappelpartjes en lepel er de dressing over.

4. 4

   Meng de gesnipperde kruiden met de citroenschil en olijfolie. Haal de aardappelen uit de oven en besprenkel ze met de kruidige citroenolie.

5. 5

   Neem het varkenshaasje uit de oven en laat het nog even rusten in aluminiumfolie voor je het in plakjes. Serveer het varkenshaasje met de smeuïge aardappeltjes, het slaatje en de saus.

6. 6

   Rasp de schil van de citroen, pers de citroen. Verwarm de oven voor op 185°C. Boen de aardappelen schoon, snij grote exemplaren in partjes en laat de kleine krieltjes in z’n geheel. Doe ze allemaal op een met bakpapier beklede bakplaat en voeg een flinke scheut olijfolie, het citroensap, het grof zeezout en de knoflook toe. Hussel goed door elkaar en bak 40 minuten in oven. Hussel halverwege de baktijd even om.