bereiding

1. 1

   Maak de puree. Schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water. Giet af, stamp tot puree en meng er de boter en de melk door. Kruid met de versgeraspte nootmuskaat en peper en zout.

2. 2

   Verdeel de broccoli in roosjes en blancheer ze 4 minuten in gezouten water. Laat schrikken onder koud water en zet opzij.

3. 3

   Maak de kaassaus. Smelt 2 eetlepels boter in een steelpan en roer er geleidelijk aan de bloem door. Laat zachtjes bakken tot het ruikt naar koekjes. Blus al roerend en beetje bij beetje met de melk tot je een dikke bechamelsaus krijgt. Haal van het vuur en roer er drievierde van de kaas door en kruid met de nootmuskaat, peper en zout.

4. 4

   Draai elke worst in het midden tot 2 kleinere worstjes. Wikkel rond elk worstje een plak ontbijtspek. Bak de worstjes in wat boter goudbruin, maar nog niet gaar.

5. 5

   Verwarm de oven voor op 180°C. Verdeel de puree over een grote ovenschotel, leg hierop de broccoli en duw de worstjes in de puree. Lepel er de kaassaus over en strooi er de rest van de geraspte kaas over. Gaar 15 minuten in de oven.