Rucolasalade met bloemkool-kaaskroketjes en boerenham
bereiding
-
1
Week de blaadjes gelatine in lauw water. Kook de bloemkoolroosjes gaar in gezouten water. Giet ze af, laat ze uitlekken en hak ze fijn. Smelt de boter, voeg 50 gram bloem toe en roerbak 1 minuut. Voeg geleidelijk aan de melk toe en blijf roeren tot je een ingedikte saus hebt.
-
2
Neem de pan van het vuur, voeg de gelatine en de kaas toe en roer goed om. Voeg de bloemkoolroosjes toe en roer voorzichtig om. Kruid met nootmuskaat, peper en zout. Bekleed een kom of bakvorm met vershoudfolie en giet de vulling in de kom. Dek af met vershoudfolie en laat afkoelen. Zet minstens 4 uur in de koelkast om op te stijven.
-
3
Maak met natte handen bolletjes van de vulling. Wentel ze door de bloem, daarna door de losgeklopte eidooiers en tot slot door het paneermeel. Bewaar de kroketjes in de koelkast of de diepvries tot je ze gaat frituren.
-
4
gaat frituren. 4 Meng voor de dressing de mosterd met 1 eetlepel citroensap, 3 eetlepels olijfolie en peper en zout. Voor de salade meng je de rucola met fijngesneden bieslook en de dressing.
-
5
Frituur de kroketjes 5 minuten op 180°C. Serveer de kroketjes met de salade en de plakjes boerenham.