bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 170°C. Maak het deeg. Breng de melk met 100 milliliter water, de boter en het snuifje zout langzaam en al roerend tot tegen het kookpunt. Haal de pan van het vuur en roer er de bloem door. Zet de pan terug op een middelhoog vuur en bak het deeg al roerend drie minuten tot er zich een bal vormt.

2. 2

   Doe het deeg in een kom, roer nog even door en laat enkele minuten afkoelen. Voeg nu één voor één de eieren toe. Roer het deeg na elk ei goed door tot het hele ei is opgenomen. Het deeg moet glad en glanzend zijn en tamelijk stevig. Schep het deeg in een spuitzak met ronde mond.

3. 3

   Teken een cirkel van ongeveer 22 cm diameter op een met bakpapier beklede bakplaat. Spuit een ring van deeg op de cirkel. Spuit aan de buitenkant nog een tweede ring. Spuit tot slot bovenop de 2 ringen nog een ring soezendeeg. Zorg ervoor dat de ringen elkaar goed raken.

4. 4

   Bestrijk de ringen met het eiwit, strooi er de amandelen en de suiker over en bak het deeg 40 minuten in de oven. Open de oven zeker niet tijdens het bakken. Zet nadien de oven uit en laat de krans afkoelen met de ovendeur op een kier.

5. 5

   Breng de helft van de frambozen met 1 eetlepel poedersuiker en een klein scheutje water aan de kook. Laat 5 minuten koken en giet het mengsel door een zeef. Laat afkoelen.

6. 6

   Mix de room stijf met de rest van het poedersuiker en schep de room in een spuitzak met gekarteld spuitmondje. Schep ook de vanillepudding in een spuitzak met gekarteld spuitmondje.

7. 7

   Snij de soezenkrans voorzichtig in twee helften. Spuit op de bodem eerst een laagje vanillepudding. Verdeel er de helft van het fruit over en spuit er daarna wat toefjes room op. Sluit de soezenkrans. Spuit bovenop de krans mooie toefjes room. Werk af met de rest van het fruit en de extra amandelschilfers. Druppel er de frambozencoulis over. Bestrooi eventueel nog met wat poedersuiker.