bereiding

1. 1

   Maak de lasagnevellen volgens het basisrecept. Snij de vellen op de gewenste lengte. Leg ze op een bakplaat met bakpapier, dat je lichtjes bestoven hebt met bloem. Laat ze drogen terwijl je de vulling maakt.

2. 2

   Verwarm de oven voor op 180°C. Verdeel de broccoli in roosjes en kook ze in 4 à 5 minuten beetgaar in een pan met veel lichtgezouten water. Giet de broccoli af en laat hem schrikken onder koud water zodat hij mooi groen blijft. Laat uitlekken.

3. 3

   Pel de knoflook. Verhit in een ruime pan wat olijfolie en voeg de knoflook ongesneden toe. Voeg de broccoli toe en breng hem op smaak met chilivlokken. Roerbak enkele minuten. Verwijder de knoflook en pureer de broccoli met een vork of een pureestamper tot een grove puree. Breng op smaak met de citroenschil, peper en zout.

4. 4

   Bak het gehakt rul in een pan, kruid met het venkelpoeder, peper en zout en blus met de witte wijn. Laat de wijn verdampen.

5. 5

   Maak de bechamelsaus. Smelt de boter, roer er de bloem door en laat al roerend goed heet worden op het vuur. Neem van het vuur en voeg beetje bij beetje de koude melk toe. Roer goed zodat je geen klontertjes hebt en laat de saus al roerend op het vuur indikken. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.

6. 6

   Kook de lasagnevellen 3 minuten voor in lichtgezouten water en laat ze dan even drogen op een schone theedoek. Je hebt 7 à 8 vellen nodig, afhankelijk van de grootte van je ovenschaal.

7. 7

   Bestrijk elk vel lasagne voorzichtig met wat losgeroerde mascarpone, verdeel er het gehakt en vervolgens de broccoli over. Rol elk vel op en snij het in plakken van zo’n 4 cm dik. Leg de plakken op hun platte kant in een ruime, ingevette ovenschaal.

8. 8

   Heb je nog broccoli en gehakt over, verdeel die dan over de schaal. Lepel er de bechamelsaus over. Meng de mozzarella met de parmezaan en strooi het kaasmengsel over de bechamelsaus. Bak de lasagneroosjes 30 à 35 minuten in de oven tot ze een mooi goudbruin korstje hebben.