Pasta met radijsjespesto, geroosterde radijzen en worst
bereiding
-
1
Verhit de oven voor op 200°C. Boen de radijsjes schoon, laat een klein stukje van het loof eraan en halveer ze. Hou de rest van het loof ook bij. Hussel de radijzen goed door elkaar met de komijnzaadjes, wat olijfolie, peper en zout en schep ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Rooster ze 20 minuten in de oven.
-
2
Spoel het radijsjesloof goed tot al het zand verdwenen is. Pel de knoflook. Rooster de pijnboompitten in een pan zonder vetstof. Doe het radijsjesloof, het basilicum, de knoflook, de pijnboompitten en de blokjes Brugge Oud in de blender en mix goed. Voeg dan in een straaltje de olijfolie toe tot je de gewenste dikte hebt. Fris de radijsjespesto op met citroensap naar smaak en peper.
-
3
Verhit olijfolie in een pan en bak de worstjes goudbruin en krokant. Als je gewone worstjes hebt gekocht, kun je 1 koffielepel venkelzaadjes toevoegen tijdens het bakken. Snij de worstjes in schuine stukken.
-
4
Kook de pasta gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Giet af en meng er meteen wat radijsjespesto onder. Stort de pasta, de worstjes en de ovengeroosterde radijsjes in een grote ovenschaal en werk af met het extra basilicum. Geef er de rest van de pesto bij.