bereiding

1. 1

   Maak de cannoli’s. Smelt de boter in een steelpan. Meng de bloem met het amandelmeel, de suiker, de vanillesuiker en het zout. Voeg de gesmolten boter en de geraspte citroenschil toe en meng tot een deeg. Kneed goed door en voeg beetje bij beetje de marsala toe. Kneed tot een glad en elastisch deeg. Vorm er een bol van, wikkel die in vershoudfolie en laat het deeg zo’n 2 uur rusten in de koelkast.

2. 2

   Maak een rol van het deeg, verdeel die in 10 gelijke stukken en rol elk stuk tot een balletje. Bestuif je werkvlak met bloem en rol de balletjes met een deegrol uit tot cirkels met een doorsnede van 12 cm.

3. 3

   Klop het eiwit los. Vet cannolibuisjes (van roestvrij staal met 2 cm doorsnede) in met boter of bakspray en rol er dan één van de deeglapjes om. Kleef de overlappende uiteinden op elkaar met eiwit. Druk het deeg stevig aan.

4. 4

   Verhit de frituurolie tot 170°C. Frituur de cannolibuisje voor buisje in 3 à 4 minuten goudbruin. Laat ze op keukenpapier uitlekken en afkoelen. Trek de stalen buisjes voorzichtig uit de krokante deegrolletjes. Ga zo door tot al het deeg op is.

5. 5

   Smelt de witte chocolade au bain-marie of in de microgolfoven. Roer de chocolade glad. Hak de pistachenoten fijn. Bestrijk de rand van de cannoli met een dun laagje chocolade en dop ze meteen in de gehakte pistaches. Laat de chocolade uitharden.

6. 6

   Maak de vulling. Roer de ricotta los met de mascarpone en de suiker. Roer er het oranjebloesemwater en de geraspte citroenschil door. Klop in een andere kom de slagroom stijf en spatel deze door het ricottamengsel. Schep de crème in een spuitzak en vul de cannoli met de crème. Bestuif de cannoli met poedersuiker en serveer meteen.