Charlotte aux fraises
bereiding
-
1
Maak de siroop. Breng 150 milliliter water met de suiker aan de kook en laat sudderen tot de suiker opgelost is. Haal van het vuur en meng er de likeur door.
-
2
Hou 150 gram aardbeien apart voor de afwerking. Verwijder de kroontjes van de rest van de aardbeien en snij de vruchtjes in fijne brunoise of dunne plakjes.
-
3
Klop de eidooiers met de suiker tot een dikke witte massa die als een lint van de klopper loopt – dat duurt een 10-tal minuten. Roer er beetje bij beetje de mascarpone door.
-
4
Klop de slagroom stijf in een gekoelde kom. Spatel deze voorzichtig door het mascarponemengsel.
-
5
Leg een groot vel vershoudfolie in een charlottevorm van 20 cm diameter en 10 cm hoog en laat het aan beide kanten goed over de randen van de vorm hangen. Leg er kruislings een tweede vel vershoudfolie over. Als je geen charlottevorm hebt, kun je ook een springvorm of een kookpot gebruiken.
-
6
Dompel de koekjes met de niet-gesuikerde kant heel even in de aardbeiensiroop en zet ze met de gesuikerde kant naar buiten tegen de rand van de vorm. Laat de koekjes goed aansluiten. Bekleed ook de bodem van de vorm met koekjes die je even in de siroop hebt gedopt.
-
7
Schep de helft van het mascarponemengsel in de vorm en strijk het goed glad. Doe er de helft van de gesneden aardbeien op. Leg daarop een laagje in siroop gedopte koekjes, dan weer een laagje gesneden aardbeien en tot slot de rest van het mascarponemengsel.
-
8
Dek de vorm af met vershoudfolie en laat de charlotte minstens 6 uur of nog liever een nacht opstijven in de koelkast .
-
9
Ontvorm de charlotte met behulp van de overhangende flappen vershoudfolie en verwijder de folie voorzichtig. Werk de bovenkant af met de aardbeien die je apart hebt gehouden.