bereiding

1. 1

   Verwarm de oven voor op 185°C. Maak de spruitjes schoon. Verwijder eventueel de onderkant en de buitenste vuile blaadjes. Snij een kruisje in de onderkant van de spruitjes.

2. 2

   Gaar de spruitjes 7 minuten in kokend water met 1 eetlepel zout. Giet ze af en laat ze uitlekken. Pel en snipper de sjalot en de knoflook. Stoof ze aan in olijfolie.

3. 3

   Verdeel de spruitjes, de sjalot en de knoflook over 4 kleinere ovenschaaltjes of één grote ovenschaal.

4. 4

   Rasp de pecorino. Smelt de boter met de bloem in een pot. Blus met de room en blijf roeren tot de saus indikt. Meng de helft van de geraspte pecorino onder de saus en kruid met peper en zout.

5. 5

   Giet de saus over de spruitjes en bestrooi met de rest van de pecorino en de chilivlokken. Bak de gratin 25 minuten in de oven tot ze mooi goudbruin zijn. Serveer meteen.