Lichte kippenpastei met schorseneren en havermoutdeksel
bereiding
-
1
Verwarm de oven voor op 185°C. Doe de kippenbouten, het bouillonblokje en 800 milliliter water in een kookpot en breng het water aan de kook. Laat de bouten 30 minuten koken. Giet ze af, bewaar het kookvocht en haal het vlees van de bouten.
-
2
Snij het kippenvlees in reepjes. Schil de wortelen en snij ze in plakjes. Schil de schorseneren (met handschoenen) en snij ze in fijne schuine plakjes. Pel en snipper de sjalot. Verhit een scheutje olijfolie en stoof de wortelen, de schorseneren en de sjalot op een zacht vuur. Kruid de groenten met peper en zout.
-
3
Smelt de boter, voeg de bloem en het maïszetmeel toe en roerbak 1 minuut. Blus met 400 milliliter van het kookvocht van de kippenbouten. Laat de saus indikken en breng ze op smaak met enkele druppels citroensap, peper en zout. Meng de gebakken groenten en de reepjes kip onder de saus en giet het geheel in een ovenschaal.
-
4
Maak het deeg. Meng alle ingrediënten, behalve de eidooier, kort tot een samenhangend deeg. Voeg indien nodig een beetje water toe.
-
5
Maak 6 bolletjes van het deeg en duw ze plat. Leg ze bovenop de kip en de groenten met de saus. Klop de eidooier los en bestrijk er de bolletjes mee. Gaar de kippenpastei 25 minuten in de oven.